Iedereen kent Tirol van de bekende skigebieden Sölden, Kitzbühel of Ischgl. Maar als in de zomer al de sneeuw gesmolten is en de koeien hun groene grasvelden terug optrekken, ontwaakt er een nieuw paradijs. In de Defereggen-regio kan je naar hartenlust wandelen, fietsen, eten en relaxen onder een lekker zomerzonnetje in het Nationaal Park Hohe Tauern (hoge bergen). 

https://www.instagram.com/p/B2G4JlMIHXR/

Nationaal Park Hohe Tauern

Het Nationaal Park Hohe Tauern is met zijn 1.856 m² het grootste nationale park in Oost-Europa. Daarmee is het ook het grootste en oudste in Oostenrijk. Het spreidt zich uit over 3 regio’s: Tirol, Salzburg en Karinthië. Je hebt hier ontelbare mogelijkheden om er te voet, met de stijgijzers of de (e-)mountainbike op uit te trekken. Over het hele park liggen 200 hutten om je van lekker eten en een bed te voorzien als je er voor meerdere dagen op uit trekt.

In het westelijke deel van het park, tegen de Italiaanse grens gevlijd, vind je het oudste bergdorpje van Oostenrijk: Jagdhusalm. Hier wonen al sinds 1212 in de zomer boeren die voor hun koeien zorgen op 2000 meter hoogte. De alm zorgt voor heel pittoreske foto’s als de zon erover rolt. In dit stukje van het park mogen trouwens enkel op dinsdag auto’s binnenrijden, dus je geniet er meestal van heerlijke rust als je naar boven wandelt of fietst. Je kan zelfs je e-mountainbike boven opladen. Als je nog een half uurtje verder wandelt, sta je op de grens met Zuid-Tirol. Je kan in Jagdhusalm niet overnachten, maar je krijgt er wel een niet te missen maaltijd voorgeschoteld.

In het park vind je ook heel veel wilde dieren terug. Hohe Tauern heeft zijn eigen ‘big 5’ om te spotten met de verrekijker: gemzen, steenbokken, marmotten, gieren en adelaars. Tijdens onze wandeling met zonsopgang speurden we voortdurend de bergwanden en lucht af om ze te vinden. En wie (goed) zoekt, die vindt! Het is echt magisch als de hertjes, gemzen en steenbokken na het ontwaken met hun kleintjes vanuit het dal terug omhoogklimmen naar de bergtoppen. Je kijkt best enkel af en toe best ook nog naar de grond tenzij je zoals mij vol in een verse koeienstront wilt lopen. Je bent hier nog altijd op hun domein te gast…

Praktisch 

Er geraken: Oostenrijk is gemakkelijk te bereiken met de trein. Vanuit Brussel kan je vlot tot in Innsbruck reizen. Heen en terug geraak je al vanaf 120 euro. Ga je toch liever met de auto? Onderweg zijn er voldoende CNG of e-laad tankstations om de volledige trip te maken. Dit kan bijvoorbeeld door een elektrische campervan te huren bij Goboony. Zo kan je slapen en reizen combineren. En als klap op de vuurpijl huur je direct bij de verhuurder die je persoonlijk ontmoet bij het ophalen van je van. Als je er sneller moet zijn en liever vliegt, doe je dat best op München of Innsbruck.

Slapen: in een van de pittoreske hotelletjes in de vallei. ik sliep in Hotel Jesacherhof in Sint-Jakob im Defereggental. Er liggen verder een tiental campings in Oost-Tirol. Geef ook de berghutten een kans met hun fantastische uitzichten en lekkere eten. Vergeet alleen niet om ruim op voorhand te reserveren op de website van Oost-Tirol.

Eten: in een van de hutten op je wandeling. Zeker aan te raden zijn de hutten aan de Obersee en Jagdhusalm. Ik liet me helemaal inpalmen door hun verse aardappelgerechten en heerlijke desserts. 

Taal: In Oost-Tirol spreekt iedereen Duits en velen ook Italiaans. Engels is wordt hier nog niet door iedereen gesproken maar wordt ruimschoots goedgemaakt met uitzonderlijke gastvrijheid.

Niet te missen plekjes: Obersee, Steller Sattel, Ochsenlacke, Jagdhusalm, Großglockner.

Hoe maak jij het verschil met deze reis?

Je maakt al een verschil door alles op te zoeken via de website Ecosia in plaats van Google. Ecosia investeert 80% van haar omzet in het planten van bomen. Zoek dus vooral lekker veel op voorhand op en voel je niet slecht als je op advertenties doorklikt!

De hotels in Oostenrijk worden grotendeels uitgebaat door de lokale bevolking hoewel er veel jongeren wegtrekken uit de bergstreken. Door hier te verblijven, zorg je ervoor dat zij aan jouw bezoek ook iets verdienen en werkgelegenheid blijven creëren. Boek je verblijf via deze link en er wordt ook automatisch geld gedoneerd aan Ondernemers Zonder Grenzen of kies op trooper.be een ander goed doel van jouw keuze.

Laat je verleiden door al het Oostenrijkse lekkers zoals de schnaps, kazen, spekjes, broodjes en desserten. Je kan je drinkbus ook continu bijvullen aan de frisse bergkreekjes en meertjes. Vermijd het om je aankopen in de supermarkt te doen. Neem wat honing, confituur of schnaps mee naar huis om nog extra lang te kunnen nagenieten.

Samengevat: 5 redenen om ‘s zomers naar Oost-Tirol te gaan

1. Het Nationaal Park Hohe Tauern is het oudste en grootste park in Oostenrijk. Je vindt er ook onmiddellijk een reus van een berg, de Großglockner (3798 meter). Verder liggen er 2.500 km wandelpaden en 600 km mountainbikepaden.
2. Altijd al op safari willen gaan of word jij helemaal wild van wildlife? In het park vind je de eigen ‘big 5’ van wilde dieren: de gems, steenbok, adelaar, gier en marmot. Bij zonsopgang heb je de grootste kans om ze met je verrekijker te spotten langs de bergwand.
3. Oost-Tirol is gekend voor de puurheid van het water en dat komt op veel plekken terug. Je drinkt hier het helderste water overal rechtstreeks van de bergkreekjes. Nog meer zelfs, een 2.000 meter diepe bron heelt je met een verkwikkend voetbad van geïrriteerde huid of infecties.
4. Je wandelt of fiets hier echt nog op jezelf of tussen de locals. Als je dus liever de berg voor jezelf hebt of je wilt de favoriete plekjes van de lokale bevolking ontdekken, krijg je hier voldoende kansen.

Er gaat niets boven verse producten en die vind je hier in overvloed. Onderweg trakteert Tirol je op verse bosbessen, frambozen, veenbessen, tijm en paddenstoelen. Ook in de hutten onderweg word je het lekkerste eten voorgeschoteld, allemaal vers!